Detacheringswet

Wet van 5 maart 2002 [betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan (BS 13 maart 2002)

Hoofdstuk I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 1/1

[Deze wet is de omzetting van:

1° de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten;
2° de richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het informatiesysteem interne markt (“de IMI-verordening”);
3° [de richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten;]
4° [de Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012.]

Artikel 2

[Voor de toepassing van deze wet moet worden begrepen onder:

1° werknemers: de personen die, op basis van een overeenkomst, arbeidsprestaties verrichten tegen loon en onder het gezag van een andere persoon;

2° gedetacheerde werknemers: de personen bedoeld in de bepaling onder 1° die tijdelijk arbeidsprestaties verrichten in België en die, hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België.

Om te bepalen of deze personen tijdelijk arbeidsprestaties verrichten in België, moeten alle feitelijke elementen die hun werk en situatie kenmerken, worden onderzocht. Deze feitelijke elementen kunnen met name omvatten:

a) het werk dat voor een bepaalde periode wordt verricht in België;
b) de datum waarop de detachering begint;
c) de situatie voor de werknemer die wordt tewerkgesteld in België en die op die manier wordt gedetacheerd in een ander land dan die waar of van waaruit hij gewoonlijk zijn arbeid verricht in de zin van Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome I) en/of de wet van 14 juli 1987 houdende goedkeuring van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, van het Protocol en van twee Gemeenschappelijke Verklaringen, opgemaakt te Rome op 19 juni 1980;
d) het feit dat de werknemer die op die manier wordt tewerkgesteld in België, na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij was gedetacheerd naar België, terugkeert of geacht wordt zijn activiteit te hernemen in het land van waaruit hij werd gedetacheerd;
e) de aard van de activiteiten;
f) de werkgever die de werknemer detacheert, zorgt voor het vervoer, de kost en inwoon of accommodatie of dat deze door hem wordt terugbetaald en waar dit het geval is, op welke wijze hierin is voorzien of op welke manier dit wordt terugbetaald;
g) alle eerdere tijdvakken waarin dezelfde of een andere gedetacheerde werknemer de betrokken werkzaamheden heeft verricht.

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de lijst van feitelijke elementen bepaald in 2° aanvullen;

3° werkgevers: de natuurlijke personen of rechtspersonen die werknemers bedoeld in de bepaling onder 2° tewerkstellen en van wie de onderneming in een ander land dan België daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht, namelijk activiteiten andere dan uitsluitend intern beheer of administratieve activiteiten.

Om vast te stellen of deze onderneming daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht, wordt een algemene beoordeling uitgevoerd van alle feitelijke elementen die, gedurende een langere periode, kenmerkend zijn voor de activiteiten die deze onderneming verricht in de lidstaat waar zij is gevestigd en, zo nodig, in België. Deze elementen kunnen met name omvatten:

a) de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en haar administratie wordt verricht, waar zij kantoren heeft, belastingen en socialezekerheidspremies betaalt, en waar zij, indien van toepassing, overeenkomstig het nationale recht een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties;

b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven en van waaruit ze worden gedetacheerd;

c) het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar werknemers, enerzijds, en haar klanten, anderzijds;

d) de plaats waar de onderneming haar belangrijkste ondernemingsactiviteiten ontplooit en waar zij administratief personeel heeft;

e) het aantal uitgevoerde overeenkomsten en/of de grootte van de omzet in het land van vestiging, rekening houdend met onder andere de specifieke situatie van nieuwe ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de lijst van feitelijke elementen bepaald in 3° aanvullen.

4° verbindingspersoon: natuurlijke persoon die wordt aangewezen door de werkgever om, voor rekening van deze laatste, het contact te verzekeren met de ambtenaren aangewezen door de Koning en met wie contact kan worden opgenomen door deze laatsten om elk document of advies te bezorgen of in ontvangst te nemen dat betrekking heeft op de tewerkstelling van de werknemers gedetacheerd in België zoals bijvoorbeeld de documenten bepaald bij of krachtens artikel 7/1, §§ 1 en 2, in artikel 6quinquies en 6sexies van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten en in artikel 15bis, §§ 2 en 3, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers;

5° [activiteiten in de sector van het wegvervoer: activiteiten van wegvervoer voor rekening van derden die onder de bevoegdheid vallen van:

  • het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel;
  • het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
  • het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen;
  • het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek; en
  • het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.

De Koning kan de lijst van paritaire comités bedoeld in de bepaling onder 5° aanpassen, na advies van de Nationale Arbeidsraad;]

6° [bilaterale vervoersactiviteit met betrekking tot goederenvervoer: een activiteit in de sector van het wegvervoer bestaande uit het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst vertrekkende van het land van vestiging van de werkgever naar een ander land of omgekeerd, van een land naar het land van vestiging van de werkgever;]

7° [gecombineerd vervoer: het goederenvervoer tussen landen waarbij de vrachtwagen, de aanhangwagen, de oplegger met of zonder trekker, de wissellaadbak of de container van twintig voet en meer gebruik maken van de weg voor het eerste of het laatste gedeelte in het traject, en voor het andere gedeelte, van het spoor of de binnenwateren, of van een zeetraject wanneer dat traject meer bedraagt dan 100 kilometer hemelsbreed gemeten, en het begin- of eindvervoer over de weg verrichten:

  • hetzij tussen de laadplaats van de goederen en het dichtstbij gelegen geschikte station van inlading, voor wat het beginvervoer betreft, en tussen het dichtstbij gelegen geschikte station van uitlading en de losplaats van de goederen, voor wat het eindvervoer betreft;
  • hetzij binnen een afstand van ten hoogste 150 kilometer hemelsbreed gemeten, vanaf de rivier- of zeehaven van in- of van uitlading.]

Artikel 3

§ 1 Deze wet is van toepassing op de werkgevers en op de 1[gedetacheerde]1 werknemers.
§ 2 De Koning kan de toepassing van deze wet geheel of gedeeltelijk uitbreiden tot andere personen die arbeidsprestaties verrichten onder het gezag van een ander persoon.

Artikel 4

[Deze wet is niet van toepassing op:

1° het varend personeel van de koopvaardij en op hun werkgevers;

2° op de bestuurder die bilaterale vervoersactiviteiten met betrekking tot goederenvervoer verricht en op zijn werkgever;

3° op de bestuurder die een bilaterale vervoersactiviteit met betrekking tot goederenvervoer verricht en daarnaast één laad- en/of losactiviteit verricht in het of de landen die hij doorkruist, op voorwaarde dat deze bestuurder de goederen niet laadt en lost in hetzelfde land, en op zijn werkgever.

Vanaf de datum vanaf dewelke slimme tachografen verplicht moeten worden ingebouwd in de voertuigen die voor het eerst worden geregistreerd in een lidstaat, overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 165/2014, geldt deze uitsluiting enkel voor de bestuurder die gebruik maakt van dergelijke voertuigen waarin slimme tachografen zijn aangesloten, overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 10 van die Verordening, en op zijn werkgever;

4° op de bestuurder die een bilaterale vervoersactiviteit met betrekking tot goederenvervoer verricht naar het land van vestiging van de werkgever en daarnaast ten hoogste twee laad- en/of losactiviteiten verricht in de landen die hij doorkruist op voorwaarde, enerzijds, dat de bestuurder de goederen niet zowel laadt als lost in hetzelfde land en, anderzijds, dat die bilaterale vervoersactiviteit werd voorafgegaan door een in het land van vestiging van de werkgever aangevangen vervoersactiviteit waarbij geen extra activiteit werd verricht, en op zijn werkgever.

Vanaf de datum vanaf dewelke slimme tachografen verplicht moeten worden ingebouwd in de voertuigen die voor het eerst worden geregistreerd in een lidstaat overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 165/2014, geldt deze uitsluiting enkel voor de bestuurder die gebruik maakt van dergelijke voertuigen waarin slimme tachografen zijn aangesloten, overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 10 van die Verordening, en op zijn werkgever;

5° op de bestuurder die in België het begin- of eindtraject doet van gecombineerd vervoer, indien het wegtraject op zich bestaat uit bilaterale vervoersactiviteiten met betrekking tot goederenvervoer, en op zijn werkgever;

6° op de bestuurder die in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer bilaterale vervoersactiviteiten in het personenvervoer verricht, en op zijn werkgever wanneer dergelijke vervoersactiviteit voor de bestuurder bestaat uit:

  • het meenemen van passagiers uit het land van vestiging van de werkgever en hen afzetten in België;
  • het meenemen van passagiers uit België en hen afzetten in het land van vestiging van de werkgever;
  • het meenemen en afzetten van passagiers in het land waar de werkgever is gevestigd om plaatselijke excursies uit te voeren in België, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/2009;

7° op de bestuurder die, in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer, bilaterale vervoersactiviteiten in het personenvervoer verricht, in de zin van de bepaling onder 6° en die eenmaal passagiers laat in- en/of uitstappen in de landen die hij doorkruist, mits de bestuurder geen personenvervoersdiensten tussen twee locaties binnen het doorkruiste land aanbiedt, en op zijn werkgever. Hetzelfde geldt voor de terugrit.
Vanaf de datum vanaf dewelke slimme tachografen verplicht moeten worden ingebouwd in de voertuigen die voor het eerst worden geregistreerd in een lidstaat, overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 165/2014, geldt deze uitsluiting enkel voor de bestuurder die gebruik maakt van dergelijke voertuigen waarin slimme tachografen zijn aangesloten, overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 10 van die Verordening, en op zijn werkgever;

8° op de bestuurder die in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer, het Belgisch grondgebied enkel doorkruist, zonder dat er vracht wordt geladen of gelost en zonder dat er passagiers in- of uitstappen, en op zijn werkgever.

Hoofdstuk II. Toepasselijke regels in geval van [detachering] van werknemers in België

Artikel 5

[§ 1 De werkgever die in België een gedetacheerde werknemer tewerkstelt, is ertoe gehouden, voor de arbeidsprestaties die er worden verricht, de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden na te leven die bepaald worden door wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die strafrechtelijk beteugeld worden, alsook door conventionele bepalingen die door de Koning algemeen verbindend verklaard zijn overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.In afwijking van het eerste lid worden de conventionele bepalingen die algemeen verbindend verklaard zijn door de Koning overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en die voorzien in de betaling van toeslagen of een vergoeding van uitgaven voor reis-, maaltijd- en verblijfkosten voor werknemers die beroepshalve van huis zijn, slechts beschouwd als arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in zoverre zij betrekking hebben op de reis-, maaltijd- en verblijfkosten die gedetacheerde werknemers maken wanneer zij moeten reizen van en naar hun gewone werkplaats in België, of wanneer zij door hun werkgever tijdelijk vanuit die gewone werkplaats naar een andere werkplaats worden gezonden.In afwijking van het eerste lid worden de conventionele bepalingen die door de Koning algemeen verbindend verklaard zijn overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en voorzien in bijdragen aan aanvullende pensioenregelingen, niet beschouwd als arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden.Onverminderd het tweede en derde lid kan de Koning andere maatregelen treffen met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden, voor zover het maatregelen van openbare orde betreft.

§ 2 Wanneer de daadwerkelijke duur van de detachering in België twaalf maanden overschrijdt, moet de werkgever, voor wat de arbeidsprestaties betreft die na deze twaalf maanden worden gepresteerd, vanaf 30 juli 2020 de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden naleven die zijn neergelegd in:

  • de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, met uitzondering van de bepalingen over de procedures, formaliteiten en voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met inbegrip van het concurrentiebeding, en
  • de conventionele bepalingen die algemeen verbindend verklaard zijn door de Koning overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, met uitzondering van, enerzijds, de bepalingen over de procedures, de formaliteiten en de voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, met inbegrip van het concurrentiebeding en, anderzijds, de bepalingen die voorzien in bijdragen aan aanvullende pensioenregelingen.

Voor de toepassing van het eerste lid moet men, indien de werkgever een gedetacheerde werknemer vervangt door een andere gedetacheerde werknemer, die op dezelfde plaats dezelfde taak uitvoert, voor de duur van de tewerkstelling van de vervangende werknemer de tewerkstellingsperiodes in België van elke afzonderlijke, betrokken gedetacheerde werknemer bij elkaar optellen.Om te bepalen of de in het tweede lid bedoelde gedetacheerde werknemer daadwerkelijk dezelfde taak uitvoert op dezelfde plaats als de gedetacheerde werknemer die hij vervangt, wordt er onder andere rekening gehouden met de aard van de te verrichten diensten, de uit te voeren werkzaamheden en het adres of de adressen van de plaats van tewerkstelling.Het eerste lid is niet van toepassing op een bijkomende periode van zes maanden die begint te lopen op de eerste dag van de dertiende maand van de detachering zoals bedoeld in het eerste lid, voor zover de werkgever van de gedetacheerde werknemer of zijn lasthebber, binnen de termijnen voorzien in het vijfde lid, een gemotiveerde kennisgeving verstrekt aan de door de koning aangewezen ambtenaren.De kennisgeving, zoals bepaald in het vierde lid moet worden gedaan:

  • voor het einde van de twaalfde maand van de tewerkstelling van de gedetacheerde werknemer, of
  • op 30 juli 2020, in het geval dat de detachering op die datum reeds langer dan twaalf maanden duurt, maar nog geen achttien maanden.

De Koning bepaalt de wijze van mededeling en de gegevens die moeten worden opgenomen in de kennisgeving, zoals bedoeld in het vierde lid. [Met het oog op de toepassing van het eerste lid wordt de detachering, in geval van tewerkstelling van een bestuurder door een werkgever in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer, geacht te zijn beëindigd wanneer de bestuurder bij het verrichten van het internationaal vervoer van goederen of personen het Belgisch grondgebied verlaat. Deze detacheringsperiode wordt niet gecumuleerd met eerdere detacheringsperiodes in het kader van dergelijke internationale activiteiten van dezelfde bestuurder of van de bestuurder die hij vervangt.]

§ 3 Onder loonvoorwaarden, zoals bedoeld in paragrafen 1 en 2 wordt verstaan: de lonen, voordelen en vergoedingen die verschuldigd zijn krachtens wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die strafrechtelijk gesanctioneerd worden, alsook door conventionele bepalingen die door de Koning overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités algemeen verbindend zijn verklaard, met uitzondering van bijdragen aan aanvullende pensioenregelingen.

Artikel 6

§ 1 In geval van werkzaamheden met het oog op de initiële assemblage en/of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaken van een overeenkomst voor de levering van goederen, die noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van het geleverde goed en uitgevoerd worden door gekwalificeerde en/of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, is artikel 5 niet van toepassing, voor wat de loonvoorwaarden en de reglementering inzake jaarlijkse vakantie betreft, wanneer de duur van de bedoelde werken niet meer dan acht dagen bedraagt.

§ 2 Paragraaf 1 is niet van toepassing op de door de Koning bepaalde activiteiten in de bouwsector.

Artikel 6/1

[§ 1De toeslagen die rechtstreeks verbonden zijn aan de detachering, betaald door de werkgever aan de gedetacheerde werknemer, worden gezien als een onderdeel van de loonvoorwaarden voor zover zij niet worden betaald ter vergoeding van werkelijk in verband met de detachering gemaakte kosten, zoals reis-, maaltijd- of verblijfkosten.Indien niet kan worden vastgesteld of de onderdelen van een toeslag die in verband met de detachering wordt uitgekeerd door de werkgever overeenkomstig het eerste lid, gelden als vergoeding voor daadwerkelijk in verband met de detachering gemaakte kosten of als elementen die deel uitmaken van het loon overeenkomstig het eerste lid, wordt het volledige bedrag van de bovengenoemde toeslag beschouwd als vergoeding van kosten.]

§ 2 [...]

Artikel 7

De bepalingen van deze wet vormen geen beletsel voor de toepassing van arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden die gunstiger zijn voor de [gedetacheerde] werknemers.

Artikel 7/1

[§ 1 De werkgevers moeten aan de ambtenaren aangewezen door de Koning, op hun verzoek, bezorgen:

  1. [een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer of een gelijkwaardig document dat informatie bevat over de belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie, waaronder minstens de identiteit van de partijen bij de arbeidsrelatie, de zetel van de werkgever, de omschrijving van de te verrichten arbeid, de aanvangsdatum en, in voorkomend geval, de duur of de einddatum van de arbeidsrelatie, het aanvangsbedrag en de overige bestanddelen van het loon waarop de werknemer recht heeft, de betalingswijze en frequentie van de betalingen van het loon, alsook de duur van de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd van de werknemer;]
  2. de informatie met betrekking tot de vreemde valuta die dienst doet als betaling van het loon, de voordelen in geld of in natura verbonden aan de tewerkstelling in het buitenland, de voorwaarden van de repatriëring van de gedetacheerde werknemer;
  3. de arbeidstijdenoverzichten die begin, einde en duur van de dagelijkse arbeidstijd van de gedetacheerde werknemer aangeven;
  4. de betalingsbewijzen van de lonen van de gedetacheerde werknemer.

De Koning kan de lijst vermeld in deze paragraaf aanvullen.

§ 2 In afwijking van artikel 36 van het Sociaal Strafwetboek, moeten de werkgevers aan de ambtenaren aangewezen door de Koning, op hun verzoek, een vertaling bezorgen, hetzij in één van de landstalen, hetzij in het Engels, van de documenten bepaald bij of krachtens paragraaf 1.

§ 3 De werkgevers kunnen door de Koning, volgens de voorwaarden die Hij bepaalt, rekening houdende met de beperkte duur van hun activiteiten in België of de bijzondere aard van deze activiteiten, worden vrijgesteld van de verplichting om de documenten bedoeld in de paragrafen 1 en 2 te bezorgen.

§ 4 Na de tewerkstelling van de gedetacheerde werknemers in België zijn de werkgevers ertoe gehouden gedurende een periode van één jaar aan de ambtenaren aangewezen door de Koning, op hun vraag, de documenten te bezorgen bedoeld in de paragrafen 1 en 2.

§ 5 De documenten bedoeld in de paragrafen 1, 2 en 4 kunnen op papieren drager of in elektronische vorm worden bezorgd.

[§ 6 Het huidig artikel is niet van toepassing op de werkgever die een bestuurder in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer tewerkstelt in België.]

Artikel 7/1/1

[§ 1De werkgever, die een bestuurder in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer tewerkstelt in België, heeft de verplichting om ervoor te zorgen dat de bestuurder, op papier of in elektronische vorm over de volgende documenten beschikt, en de bestuurder is verplicht om deze documenten te bewaren en ter beschikking te stellen wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht door de door de Koning aangewezen ambtenaren:

  • een kopie van de detacheringsverklaring bedoeld in artikel 7/1/2;
  • het bewijs dat de vervoersactiviteiten plaatsvinden in België;
  • de tachograafgegevens en met name de landsymbolen van de Staten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage.

De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is verantwoordelijk voor de verwerking wat betreft de eigen verwerking van de gegevens.Om zich ervan te vergewissen dat een bestuurder geacht wordt vervoersactiviteiten zoals bedoeld in artikel 4, 2° tot 4°, en 6° en 7°, te verrichten, kunnen de door de Koning aangewezen ambtenaren tijdens een wegcontrole zich enkel de documenten of gegevens bedoeld in het eerste lid, tweede en derde streepje, op papier of in elektronische vorm doen voorleggen, opsporen en onderzoeken.

§ 2 Na de detacheringsperiode is de werkgever verplicht om op uitdrukkelijk verzoek van de door de Koning aangewezen ambtenaren en uiterlijk acht weken na de datum van dit verzoek, de volgende documenten te verstrekken:

  • een kopie van de documenten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, tweede en derde streepje;
  • een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde bestuurder of een gelijkwaardig document dat informatie bevat over de belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie, waaronder minstens de identiteit van de partijen bij de arbeidsrelatie, de zetel van de werkgever, de omschrijving van de te verrichten arbeid, de aanvangsdatum en in voorkomend geval de duur of de einddatum van de arbeidsrelatie, het aanvangsbedrag en de overige bestanddelen van het loon waarop de bestuurder recht heeft, de betalingswijze en frequentie van de betalingen van het loon, alsook de duur van de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd van de bestuurder;
  • de arbeidstijdenoverzichten die begin, einde en duur van de dagelijkse arbeidstijd aangeven van de gedetacheerde bestuurder met betrekking tot de detacheringsperiode;
  • het betalingsbewijs van de lonen van de gedetacheerde bestuurder met betrekking tot de detacheringsperiode.

Zowel het verzoek van de door de Koning aangewezen ambtenaren als de te verstrekken documenten moeten via de openbare interface die verbonden is met het informatiesysteem interne markt “IMI” in de zin van de Verordening (EU) nr. 1024/2012, plaatsvinden. De voormelde ambtenaren hebben toegang tot de via deze verbonden openbare interface, door de werkgever meegedeelde gegevens. De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is verantwoordelijk voor de verwerking wat betreft de eigen verwerking van de gegevens.Indien de werkgever die gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie of in het Verenigd Koninkrijk, de bovenstaande documenten niet binnen de voorziene termijn verstrekt of indien de door de Koning aangewezen ambtenaren het verzoek niet kunnen sturen omdat de werkgever geen gebruikersaccount heeft aangemaakt op de openbare interface die verbonden is met het informatiesysteem interne markt “IMI” in de zin van de Verordening (EU) nr. 1024/2012, kunnen de voormelde ambtenaren via het informatiesysteem interne markt “IMI” om bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging van de werkgever verzoeken.In afwijking van het tweede lid, gebeuren, indien de werkgever gevestigd is in een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch het Verenigd Koninkrijk is, zowel het verzoek om documenten aan de werkgever van de door de Koning aangewezen ambtenaren, als het verstrekken van de documenten aan hen door de werkgever, per post of via e-mail.]

Artikel 7/1/2

[§ 1 Voorafgaand aan de tewerkstelling van een bestuurder op het Belgisch grondgebied in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer, moet zijn werkgever die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie of in het Verenigd Koninkrijk, een detacheringsverklaring indienen bij de door de Koning aangewezen ambtenaren, door middel van een meertalig standaardformulier van de openbare interface die verbonden is met het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 ingestelde informatiesysteem interne markt “IMI”.Indien de werkgever gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie, bevat de detacheringsverklaring bedoeld in het eerste lid, de volgende inlichtingen:

  • de identiteit van de werkgever, ten minste in de vorm van het nummer van de communautaire vergunning, indien dat nummer beschikbaar is;
  • de contactgegevens van een vervoersmanager of een andere contactpersoon bedoeld in artikel 7/2, § 2;
  • de identiteit, het adres van de verblijfplaats en het nummer van het rijbewijs van de bestuurder;
  • de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst van de bestuurder en het daarop toepasselijke recht;
  • de geplande begin- en einddatum van de detachering;
  • de kentekenplaat van de motorvoertuigen;
  • of de verrichte vervoersdiensten goederen-, passagiers- of internationaal vervoer zijn, of cabotage.

Indien de werkgever gevestigd is in het Verenigd Koninkrijk, bevat de detacheringsverklaring bedoeld in het eerste lid, de inlichtingen vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, a), van Afdeling 2 van Deel A van de Bijlage 31 van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds.De werkgever houdt de detacheringsverklaring up-to-date in de openbare interface die verbonden is met het informatiesysteem interne markt.De door de Koning aangewezen ambtenaren hebben toegang tot de via deze verbonden openbare interface meegedeelde gegevens.De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is verantwoordelijk voor de verwerking wat betreft de eigen verwerking van de gegevens die gegenereerd worden door deze toegang.

§ 2 Voorafgaand aan de tewerkstelling van een bestuurder op het Belgisch grondgebied, in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer moet zijn werkgever die gevestigd is in een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch het Verenigd Koninkrijk is, een detacheringsverklaring indienen bij de door de Koning aangewezen ambtenaren, door middel van het elektronisch formulier dat toegankelijk is op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.De detacheringsverklaring bedoeld in het eerste lid bevat de volgende inlichtingen:

  • de naam van de werkgever en het adres van de statutaire zetel;
  • het nationaal registratienummer van de werkgever in het land van vestiging, voor zover dergelijk nummer wordt bepaald bij de wetgeving van dat land;
  • de contactgegevens van een vervoersmanager of een andere contactpersoon bedoeld in artikel 7/2, § 2. Deze contactgegevens zijn de volgende: naam en voornaam van de persoon, evenals zijn fysiek en elektronisch adres en een telefoonnummer waarop de persoon gecontacteerd kan worden;
  • de naam en voornaam, het verblijfadres en het rijbewijsnummer van de bestuurder;
  • de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst van de bestuurder en het daarop toepasselijke recht;
  • de geplande begin- en einddatum van de detachering;
  • de kentekenplaat van de motorvoertuigen;
  • of de verrichte vervoersdiensten goederen-, passagiers- of internationaal vervoer zijn, of cabotage.

De werkgever houdt de detacheringsverklaring up-to-date.De inlichtingen opgenomen in de detacheringsverklaring bedoeld in deze paragraaf, worden bewaard door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, verantwoordelijk voor de verwerking, met als doel het toezicht op de naleving van de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden die van toepassing zijn overeenkomstig deze wet, gedurende een periode van zesendertig maanden.]

Artikel 7/1/3

[Met het oog op de controle op de naleving van de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden die moeten worden toegepast overeenkomstig deze wet wanneer een werkgever een bestuurder tewerkstelt in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer, mag men enkel de administratieve voorschriften en controlemaatregelen opleggen die bedoeld zijn in:

  • de artikelen 7/1/1, 7/1/2 en 7/2, § 2, van de huidige wet;
  • artikel 15ter van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.]

Artikel 7/2

[§ 1 Voorafgaandelijk aan de tewerkstelling van de in België gedetacheerde werknemers, moet de werkgever een verbindingspersoon aanwijzen en, volgens de nadere regels bepaald door de Koning, deze aanwijzing meedelen aan de door de Koning aangewezen ambtenaren.Deze paragraaf is niet van toepassing op de werkgever die een bestuurder in België tewerkstelt in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer.

§ 2 Voorafgaand aan de tewerkstelling in België van een bestuurder in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer, moet de werkgever een vervoersmanager of een andere contactpersoon aanduiden in het land van vestiging van de werkgever, die voor rekening van de werkgever optreedt als tussenpersoon met de door de Koning aangewezen ambtenaren en met wie documenten of berichten kunnen worden uitgewisseld.De werkgever deelt via de detacheringsverklaring, zoals bedoeld naargelang het geval, in paragraaf 1 of paragraaf 2 van artikel 7/1/2, de contactgegevens mee van deze vervoersmanager of deze andere contactpersoon aan de door de Koning aangewezen ambtenaren.]

Artikel 7/3

[De werkgever die een bestuurder in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer tewerkstelt in België, is vrijgesteld van het opstellen van een arbeidsreglement zoals bedoeld in artikel 4 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, en van het naleven van de bepalingen onder titel II, hoofdstuk IV, afdeling 2, van de programmawet van 22 december 1989.]

Artikel 8

[De werkgever die de voorafgaande melding, bedoeld bij het artikel 139 van de programmawet (I) van 27 december 2006, heeft verricht, en de werkgever die ervan vrijgesteld is krachtens artikel 138, tweede lid, van dezelfde wet, zijn niet gehouden gedurende een door de Koning vastgestelde periode tot het opstellen van het arbeidsreglement bedoeld bij artikel 4 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

Onder dezelfde voorwaarden zijn zij er niet toe gehouden de bepalingen opgenomen onder Titel II, Hoofdstuk IV, afdeling 2, van de programmawet van 22 december 1989 na te leven. [Het huidige artikel is niet van toepassing op de werkgever die een bestuurder tewerkstelt in België in het kader van activiteiten in de sector van het wegvervoer.]

Artikel 8bis

[De werknemers die zijn of werden [gedetacheerd] in België kunnen in België een rechtsvordering instellen om de rechten die Hoofdstuk II van deze wet hen toekent te doen gelden, onverminderd, in voorkomend geval, de mogelijkheid om, conform de geldende internationale overeenkomsten inzake rechterlijke bevoegdheid, een rechtsvordering in te stellen in een andere Staat.]

Artikel 8ter

[De representatieve werknemersorganisaties en de representatieve werkgeversorganisaties kunnen in alle geschillen waartoe de toepassing van Hoofdstuk II aanleiding zou kunnen geven, in België in rechte optreden ter verdediging van de rechten die in België [gedetacheerde] werknemers putten uit Hoofdstuk II van deze wet.

Het optreden van de organisaties laat het recht van de [gedetacheerde] werknemers onverkort om zelf op te treden, zich bij een vordering aan te sluiten of in het geding tussen te komen. Voormelde organisaties mogen optreden zonder over een vorm van machtiging te moeten beschikken van de betrokken werknemer. Het optreden van de organisaties is afhankelijk van de machtiging van de interprofessionele organisatie van werknemers of werkgevers, waarbij ze aangesloten zijn, zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Op verzoek van de verwerende partij, brengt de organisatie door alle rechtsmiddelen het bewijs van deze machtiging. Vooraleer een machtiging te verlenen dient de interprofessionele werknemers- of werkgeversorganisatie deze vraag tot optreden ter kennis te brengen van de andere interprofessionele organisaties. Er kan geen machtiging worden verleend door de interprofessionele organisatie die gevat werd, zolang zij de andere interprofessionele organisaties niet op de hoogte heeft gebracht van haar beslissing. De voornoemde kennisgeving van de andere betrokken interprofessionele organisaties heeft tot doel hen de mogelijkheid te geven om, desgevallend, tussen te komen in de bedoelde procedure. Tenzij de statuten het anders bepalen, worden de organisaties in rechte vertegenwoordigd door de persoon die met het dagelijks beheer van de organisatie is belast.]

Artikel 8quater

[De Koning bepaalt de nadere regels voor de betaling van de sommen waartoe de rechtsvordering vermeld in artikel 8bis aanleiding kan geven indien de werknemers zich niet meer op het Belgische grondgebied bevinden.]

Hoofdstuk III. Bijzondere bepalingen

Artikel 9

In het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten wordt een Hoofdstuk IIbis ingevoegd, luidend als volgt: (...)

Hoofdstuk III/1. Toezicht

Artikel 9/1

De inbreuken op de artikelen 7/1, 7/1/1, 7/1/2 en 7/2 van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.

Hoofdstuk IV. Inwerkingtreding

Artikel 10

Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info