Limosawet
Hoofdstuk VIII. Voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen
Afdeling 1. Toepassingsgebied en omschrijvingen
Artikel 137
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten, wordt begrepen onder:
1° werknemers: de personen die tegen loon en onder het gezag van een andere persoon, arbeidsprestaties leveren;
2° gedetacheerde werknemers: de personen bedoeld in punt 1° die in België tijdelijk of gedeeltelijk een arbeidsprestatie leveren en die hetzij,
a) gewoonlijk werken op het grondgebied van een of meer andere landen dan België,
b) zijn aangeworven in een ander land dan België;
3° werkgevers: de natuurlijke of rechtspersonen die de in 2° bedoelde werknemers tewerkstellen;
4° [...]
5° [...]
6° [Risicosectoren: sectoren die vastgesteld worden door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad waarvoor het risico geobjectiveerd werd door de sociale inlichtingen- en opsporingsdienst als bedoeld in artikel 6 van het Sociaal Strafwetboek en die voor advies voorgelegd zijn aan de betrokken sociale partners, ieder wat zijn bevoegdheid betreft, binnen een termijn van vier maanden na de vraag om advies, overeenkomstig de procedure als bepaald door de Koning;]
7° [zelfstandigen: alle natuurlijke personen die een beroepsbezigheid uitoefenen waarvoor zij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden zijn;]
8° [gedetacheerde zelfstandigen:
a) de personen als bedoeld in punt 7°, die in België tijdelijk of gedeeltelijk een of meerdere zelfstandige activiteiten uitoefenen, behorende tot de in punt 6° beoogde risicosectoren, zonder er permanent te verblijven en die gewoonlijk werken op het grondgebied van een of meer andere landen dan België,
b) de personen die uit het buitenland komen en zich naar België begeven om er tijdelijk een zelfstandige beroepsactiviteit uit te oefenen in één van de in punt 6° beoogde risicosectoren, of om er zich tijdelijk te vestigen als zelfstandige om er een activiteit uit te oefenen in één van de in punt 6° beoogde risicosectoren;]
9° [...]
10° [...]
11° [...]
Artikel 138
Dit hoofdstuk is van toepassing op:
- de gedetacheerde werknemers en op hun werkgevers;
- [...]
- de gedetacheerde zelfstandigen;
- [...]
De Koning kan, in voorkomend geval, onder de voorwaarden die Hij bepaalt, en rekening houdend met de duur van hun prestaties in België of met de aard van hun activiteiten, categorieën van gedetacheerde werknemers en hun werkgevers [...] uitsluiten van de toepassing van dit hoofdstuk.
De Koning kan ook, in voorkomend geval, onder de voorwaarden die Hij bepaalt, en rekening houdend met de duur van hun prestaties in België of met de aard van hun activiteiten, categorieën van gedetacheerde zelfstandigen [...] uitsluiten van de toepassing van dit hoofdstuk.
Artikel 139
Voorafgaandelijk aan de tewerkstelling van een werknemer gedetacheerd op het Belgische grondgebied moet zijn werkgever of een aangestelde of zijn lasthebber bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een elektronische melding doen, opgemaakt overeenkomstig artikel 140, volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.
[...]
Wanneer de werkgever of een aangestelde of zijn lasthebber [...] in de onmogelijkheid verkeren om deze melding via elektronische weg te doen, mogen zij deze zenden per fax of per brief aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid volgens de modaliteiten bepaald door deze Rijksdienst.
Zodra de melding bedoeld in de vorige leden is uitgevoerd, ontvangt de aangever een ontvangstbewijs overeenkomstig artikel 3 van de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid. Indien de melding is gedaan per fax of per brief, levert de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een ontvangstmelding af per fax of per brief overeenkomstig een model dat hij vaststelt.
De Koning bepaalt binnen welke termijn een voorafgaande melding kan worden geannuleerd.
Indien de detachering langer duurt dan de initieel gemelde duur, moet de aangever, voorafgaand aan het einde van de gemelde duur, een nieuwe melding doen.
Afdeling 2. De voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers
Onderafdeling 1. De voorafgaande melding
Artikel 140
De Koning bepaalt de groepen gegevens die in de voorafgaande melding zoals bedoeld in artikel 139 moeten worden opgenomen.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bepaalt de inhoud van deze groepen gegevens.
Onderafdeling 2. Verplichtingen van de eindgebruikers of opdrachtgevers
Artikel 141
Iedere persoon bij wie of voor wie door personen bedoeld in artikel 137, 2° [...], rechtstreeks of via onderaanneming werkzaamheden verricht worden, moet via elektronische weg, voorafgaand aan het begin van de tewerkstelling van deze personen, de identiteitsgegevens van deze personen die niet in de mogelijkheid zijn het ontvangstbewijs afgeleverd overeenkomstig artikel 139, vierde lid van dit hoofdstuk, voor te leggen, melden aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.
Zodra de melding bedoeld in het vorige lid is uitgevoerd, ontvangt de aangever een ontvangstbewijs overeenkomstig artikel 3 van de voornoemde wet van 24 februari 2003.
De Koning bepaalt de modaliteiten en de groepen gegevens die moeten voorkomen in deze melding.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bepaalt de inhoud van deze groepen gegevens.
De Koning kan de personen aanduiden die vrijgesteld zijn van deze verplichting.
Onderafdeling 3. Wijzigende en schorsende bepalingen
Onderonderafdeling 1. Wijziging van de wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen
Artikel 142
Artikel 8 van de wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen, wordt vervangen als volgt: (...)
Onderonderafdeling 2. Wijziging van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten
Artikel 143
Artikel 6ter van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, wordt vervangen als volgt: (...)
Artikel 144
Artikel 6quater van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: (...)
Artikel 145
Artikel 6quinquies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: (...)
Artikel 146
Artikel 6sexies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: (...)
Artikel 147
In hetzelfde besluit wordt een artikel 6septies ingevoegd, luidende: (...)
Onderonderafdeling 3. Wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers
Artikel 148
In de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wordt een artikel 15bis ingevoegd, luidende: (...)
Onderonderafdeling 4. Wijziging van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering
Artikel 149
Artikel 69 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering wordt opgeheven.
Onderonderafdeling 5. Wijziging van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten
Artikel 150
Artikel 1bis, § 1, 5°, van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, vervangen bij de wet van 23 maart 1994 en gewijzigd bij de wetten van 23 maart 1999, 24 december 1999, 26 juni 2000 en 24 januari 2003, word aangevuld met de volgende leden: (...)
Artikel 151
In artikel 11, tweede lid van voornoemde wet van 30 juni 1971, gewijzigd bij de wetten van 10 april 1973, 4 augustus 1978, het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978, en de wetten van 2 juli 1981, 24 juli 1987, 30 december 1988, 22 december 1989, 20 juli 1991, 5 augustus 1992, 1 juni 1993, 23 maart 1994, 30 maart 1994, 23 maart 1999, 26 maart 1999, 26 juni 2000 et 24 januari 2003, worden de woorden “en C, a) en b)” vervangen door de woorden “en C, a) en b) en D, a) en b)”.
Artikel 152
In artikel 13ter van voornoemde wet van 30 juni 1971, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2005, worden de woorden “- 1bis, 5°, D, a en b “ingevoegd tussen de woorden “- 1bis, 5°, C” en de woorden “1bis, 6°, a, b, c, d, e en f”.
Afdeling 3. Voorafgaande melding voor gedetacheerde zelfstandigen
Onderafdeling 1. De voorafgaande melding
Artikel 153
Voorafgaandelijk aan de uitoefening van een beroepsactiviteit door een zelfstandige gedetacheerd op het Belgische grondgebied moet deze of zijn lasthebber bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen een elektronische melding doen, opgemaakt overeenkomstig artikel 154, volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.
[...]
Wanneer de gedetacheerde zelfstandige of zijn lasthebber, [...] in de onmogelijkheid verkeren om deze melding via elektronische weg te doen, mogen zij deze zenden per fax of per brief aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen volgens de modaliteiten bepaald door deze instelling.
Zodra de melding bedoeld in de vorige leden is uitgevoerd, ontvangt de aangever een ontvangstbewijs overeenkomstig artikel 3 van voornoemde wet van 24 februari 2003. Indien de melding is gedaan per fax of per brief, levert het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen een ontvangstmelding per fax of per brief overeenkomstig een model dat hij vaststelt.
De Koning bepaalt binnen welke termijn een voorafgaande melding kan worden geannuleerd.
Indien de detachering langer duurt dan de initieel voorziene duur, moet de aangever voorafgaand aan het einde van de initieel voorziene duur van de detachering, een nieuwe melding doen.
Artikel 154
De Koning bepaalt de groepen gegevens die in de voorafgaande melding zoals bedoeld in artikel 150 moeten worden opgenomen.
Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen bepaalt de inhoud van deze groepen gegevens.
Melding van gedetacheerde werknemers en zelfstandigen (LIMOSA)
Onderafdeling 2. Verplichtingen van de eindgebruikers of opdrachtgevers
Artikel 155
Iedere persoon bij wie of voor wie door personen bedoeld in artikel 137, 8° [...], rechtstreeks of via onderaanneming werkzaamheden verricht worden, moet via elektronische weg, voorafgaand aan het begin van de tewerkstelling van deze personen, de identiteitsgegevens van deze personen die niet in de mogelijkheid zijn het ontvangstbewijs afgeleverd overeenkomstig artikel 153, vierde lid, van dit hoofdstuk, voor te leggen, melden aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.
Zodra de melding bedoeld in het vorige lid is uitgevoerd, ontvangt de aangever een ontvangstbewijs overeenkomstig artikel 3 van de voornoemde wet van 24 februari 2003.
De Koning bepaalt de modaliteiten en de groepen gegevens die moeten voorkomen in deze melding.
Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen bepaalt de inhoud van deze groepen gegevens.
De Koning kan de personen aanduiden die vrijgesteld zijn van deze verplichting.
Afdeling 4. Toezicht en sancties
Artikel 156
[De inbreuken op de bepalingen van dit hoofdstuk en op de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.
De sociaal inspecteurs beschikken over de in de artikelen 23 tot 39 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk en de uitvoeringsbesluiten ervan.]
Artikel 157
[...]
Artikel 158
[...]
Artikel 159
[...]
Artikel 160
[...]
Artikel 161
[...]
Artikel 162
[...]
Afdeling 5. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 163
De Rijksdienst voor sociale zekerheid en het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen houden een gegevensbank van gedetacheerde werknemers [en zelfstandigen] bij, waarin, volgens de nadere regels bepaald door de Koning, gegevens worden opgenomen afkomstig van andere instanties.
De Kruispuntbank van de sociale zekerheid houdt per betrokken gedetacheerde werknemer [en zelfstandige], geïdentificeerd aan de hand van het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, een overzicht bij van andere identificatienummers die aan de betrokkene werden toegekend in het land van oorsprong of in voorkomend geval in andere landen van de Europese Unie.
De gegevens uit de gegevensbank bedoeld in het eerste lid kunnen, mits machtiging van het [sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid] bedoeld in artikel 37 van voornoemde wet van 15 januari 1990, via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, ter beschikking worden gesteld van andere instanties, voor het vervullen van de taken die door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie aan hen zijn toevertrouwd.
Artikel 164
De verklaringen van terbeschikkingstelling, bedoeld in artikel 8 van de wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen, en in artikel 6ter van het koninklijk besluit nr 5 betreffende het bijhouden van sociale documenten, die opgestuurd zijn voor de datum van inwerkingtreding van de huidige wet aan het DG Toezicht sociale wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, zullen verder effect sorteren tot de voorziene datum van de terbeschikkingstelling in België die aangegeven is in de verklaring van terbeschikkingstelling, met een maximale duur van zes maanden.
Artikel 165
Indien de werkzaamheden op het Belgische grondgebied zoals bepaald in artikelen 139 en 153, reeds een aanvang genomen hebben vóór de inwerkingtreding van de huidige wet, verstrijkt de termijn voor het doen van de verplichte melding 6 maanden na de inwerkingtreding van dit hoofdstuk.
Afdeling 6. Rijksregister van de natuurlijke personen
Artikel 166
Artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, gewijzigd bij de wetten van 24 mei 1994 en 25 maart 2003, wordt aangevuld als volgt: (...)
Artikel 167
Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 april 2007.